LE BARRAGE ET L'ÉCLUSE DE CHEFFES

In 1850 werd de hele dam herbouwd en verhoogd; voorzien van een sluiskom, waardoor schuiten geladen met goederen ongehinderd naar boven konden worden gesleept. Aan de oever vertonen de kleine huisjes nog de industriële architectuur van die tijd: spoorweg- of kanaalwachters hadden een soortgelijk onderkomen. In veel dorpen langs de rivier vervingen meelmolens de uit de middeleeuwen geërfde kleine molens; deze grote meelmolens werden in etages gebouwd om gebruik te maken van de neerwaartse beweging van graan en meel die mechanisch werd verplaatst. In een ingenieus netwerk van emmerliften, trechters, kanalen en door wielen aangedreven schroeven konden de producten van het maalproces worden gereinigd, gesorteerd en verpakt Even verderop rees een hoge rode bakstenen schoorsteen boven het dak van de fabriek uit en stootte rook uit van de stoommachine, die extra vermogen toevoegde wanneer de waterval onvoldoende bleek. De molens van Pendu in Morannes, Châteauneuf, en La Roussière aan de Mayenne, ondergingen allemaal dit trieste lot: de vonken en vlammen van de machine konden elk moment het meel of zemelenstof doen ontvlammen en deze pretentieuze gebouwen in fakkels veranderen.