Château de l'Echelle

Twee imposante ronde torens uit de 14e en 15e eeuw staan aan weerszijden van de woning, die in de 17e eeuw onder Lodewijk XIV werd verbouwd. Een prachtige hoekwachttoren, lijkend op die van Wartigny, ondersteund door negen consoles, bekend als de "slachttoren", herinnert aan een tragische gebeurtenis uit de Dertigjarige Oorlog. Talrijke kanonskogels zijn hier ontdekt. Let op de acht ijzeren kanonskogels in het metselwerk. Deze wachttoren is gedateerd "1604". Een kwart van de bevolking werd geëxecuteerd toen de Spanjaarden in 1643 langskwamen. Boven de toegangsdeur naar de binnenplaats hangt een grote bretèche, ondersteund door zes consoles. Een deur met een laag profiel, omlijst door Toscaanse pilasters, geringd en verminkt, een fronton ingesprongen om een naakt schilderij te herbergen. De vleugels hebben een Mansardedak. De zijtorens bevatten verschillende geschutspoorten, waarvan de meeste zich op de bovenste niveaus bevinden en zo zijn georiënteerd dat ze de gevel in beslag nemen. De wapenpoorten zijn mooi en uitgebreid. De kroonlijsten hebben modillions of hakken (hol). Onder het Ancien Régime behoorde het kasteel achtereenvolgens toe aan de families La Marck, Nettancourt, Saint-Léger, Baulmont en Petit. L'Echelle kwam in handen van de heren van Balham, Suzanne, Menchi, Maulcourt, Antoine de La Marche-le-Comte, een calvinist, die van 1597 tot 1640 de prinsdommen Raucourt en Sedan bestuurde. In 1719 stond de kolonel van Saint-Léger het land van Echelle af aan het kapittel van Reims.