LE BOULEVARD DE LA ROCHELLE

De Boulevard de la Rochelle, de belangrijkste handelsader van de stad, was oorspronkelijk slechts een zandweg die de voorstad Entre-Deux-Ponts met de Grand Pont-Neuf verbond. De ontwikkeling van de handel in de benedenstad vanaf het einde van de 18e eeuw maakte de reorganisatie van de verkeersstroom op deze buiten de oude middeleeuwse stadswallen gelegen as noodzakelijk. De boulevard de la Rochelle dankt zijn naam aan het pand dat rond 1580 op deze plaats werd gebouwd door Jean Vincent, voorzitter van de Rekenkamer van Barrois, veredeld door hertog Karel III. Het versterkte uiterlijk deed denken aan een "Rochelle", een oud woord voor een versterkt kasteel. Aan weerszijden van deze straat werden toen talrijke huizen gebouwd, waardoor de huidige boulevard ontstond. Op verzoek van hertog Leopold werd de weg vanaf 1724 hersteld. Aan het begin van de 19e eeuw werd het beplant met bomen en werd het een wandelplaats voor de inwoners. De gevel van de Sint-Janskerk, die het perspectief afsluit, werd gebouwd in 1939. In 1618 schonk de dochter van Jean Vincent, eigenaar van de "Rochelle", haar landgoed aan de orde der Minims, wiens roeping prediking en onderwijs was. Na de Revolutie werd het klooster verwoest en vervangen door slachthuizen aan de oevers van de Ornain en een overdekte markt, die op zijn beurt in 1972 werd verwoest. De toponymie en een gevel aan de boulevard bewaren de herinnering aan de plaats. Met de ontwikkeling van de commerciële activiteit werden de benedenverdiepingen van de huizen omgevormd tot winkels en werden nieuwe constructies gebouwd. Verschillende banken bouwden gebouwen die hun klanten vertrouwen moesten inboezemen. Deze gebouwen, zoals de door Paul Varin-Bernier in 1910 gebouwde bank, hebben een weelderig neoklassiek decor. Het hoofdpostkantoor, gebouwd in 1926 volgens dezelfde principes, kreeg veel kritiek. Met zijn gebrandschilderde ramen van Gruber is het vandaag toch een belangrijke getuigenis van de aanwezigheid van de Art Deco stijl in Bar-le-Duc.